zaterdag 5 juli 2008

Parlementslid Habibullah Jan vermoord in Kandahar

Twee onbekende gewapende mannen hebben vrijdagavond in het district Zahri in de zuidelijke provincie Kandahar de volksvertegenwoordiger Habibullah Jan doodgeschoten. Hij was op weg naar huis nadat hij een kazerne had bezocht.

Jan was een commandant in de strijd tegen de bezetting van de Sovjet-Unie van Afghanistan in de jaren tachtig en hij was leider van een stam. Hij was een militaire commandant voordat hij werd verkozen in het parlement.

De Taliban zeggen niet verantwoordelijk te zijn voor de moord.

Habibullah Jan is het tiende lid van het Afghaanse parlement dat is omgekomen door geweld sinds de stembusgang in 2005. In november 2007 vonden 5 volksvertegenwoordigers de dood bij een bomaanslag in de provincie Baghlan.

In april kwam een parlementlid om tijdens de aanslag op de militaire parade in Kabul.

De Verenigde Naties hebben de moord scherp veroordeeld en opgeroepen om volksvertegenwoordigers beter te beschermen.

De leider van de UNAMA-missie, Kai Eide, noemde het “een aanval op de democratische keuze van de Afghaanse bevolking die voor vrede, stabiliteit en vooruitgang had gekozen tijdens de historische verkiezingen van 2005”.

Haji Habibullah zat sinds 2005 in de “Wolesi Jirga”, het Afghaanse parlement.

Eide zei dat Habibullah “zijn land eervol diende als een “mujahid”, als een stamoudste en als parlementlid".

Een “jihad” is de heilige strijd, ook wel “heilige oorlog” genoemd, in de islam. Het voorvoegsel “mu-“ duidt in het Arabisch aan dat het om een persoon gaat die een handeling verricht, zoals in het Nederlands bijvoorbeeld "strijd" en "strijder".

De verklaring is opvallend, want Eide noemt Habibullah een “mujahid”, terwijl de Taliban zichzelf ook “mujaheddien” noemen, het meervoud van “strijder in een heilige strijd”.

De titel Haji mag iemand dragen wanneer hij op bedevaart is geweest naar Mekka.

Eide zei dat de moord “het risico benadrukt dat toegewijde parlementsleden lopen” en riep de Afghaanse autoriteiten op om ze beter te beschermen en de daders voor het gerecht te brengen.